Home » 2024
Jaarlijkse archieven: 2024
De Zwolsche baan
Dit is het eerste van een serie artikelen over de Zwolsche baan
Inleiding
In 1975 heeft de gemeente Zwolle in het kader van Zwolle 750 jaar bestaan opdracht gegeven aan een aantal modelbouwers om een model te maken van het spoorwegcomplex Zwolle anno 1950.
Hieruit is een uniek model in de schaal H0 (schaal 1:87) ontstaan van het station Zwolle inclusief rangeerterreinen, bijbehorende gebouwen en nabije omgeving.
In 1978 is de vereniging voor modelbouwers regio Zwolle (VvMrZ) opgericht. In de beginfase is het model tentoongesteld in het provinciehuis en later vonden we als vereniging een onderkomen op de zolder van de Enkschool aan het Asserdorperplein.
In 1992 hebben we de huidige zolder van de Elbertschool, achter de IJsselhallen, kunnen betrekken.
Ontstaansgeschiedenis van de Zwolsche baan
De bouw van de baan is het startpunt geweest van onze modelbouwvereniging, welke op verzoek is gebouwd voor de tentoonstelling “Zwolle Aangespoord”.
De hieronder weergegeven film laat het bouwproces zien van de baan. De trage beelden (dat was toen heel gewoon) zorgen ervoor dat veel van de bouwwerkzaamheden goed in detail te volgen zijn.
We hebben een film hiervan op Beneluxspoor gezet :
Bij de tentoonstelling is destijds een brochure uitgegeven door de Provincie Overijssel. Een exemplaar van de brochure is bewaard gebleven en bevindt zich in de Athenaeum Bibliotheek in Deventer. Deze is opgevraagd en gescand.
n de archieven van de vereniging bevinden zich nog de originele tekeningen van het eerste baanontwerp, op calqueerpapier, zoals dat vroeger in tekenkamers werd gebruikt. Met behulp van een goede scanner en de juiste tekenprogramma’s deze uitgelijnd en tot één tekening samengevoegd.
Het originele baanplan
De baan is uitgetekend en opgedeeld voor het gebruik van 12 eettafels. In de tekening zijn deze scheidingen met rood zichtbaar. De kleine tekening zijn ook nog de (later in de grote tekening weggepoetste) tekeningkaders en tafelnummers waarneembaar.
De linkerzijde (Oost), de sporen daar leiden naar Olst-Deventer (IJssellijn) , Heino-Raalte, Dalfsen-Ommen, Meppel-Leeuwarden en Meppel-Groningen. De rechterzijde (West), de sporen daar leiden naar Wezep-’t Harde en Kampen.
De westzijde heeft rond 1950 nog de spoorhaven en de vee verlading en aan de bovenzijde is het schaduwstation te zien. Deze zat achter een beschilderde afscheiding op hetzelfde niveau als het emplacement:
In 1979 is het baanplan uitgewerkt en de eerste stappen worden genomen om de rails uit te leggen. Hieronder een fotocollage van dit proces.
Er is toentertijd veel werk verzet door de toenmalige leden van de vereniging
De totale lengte wordt uiteindelijk 14,5 meter en het oppervlak is 37m². Er wordt 15km draad verwerkt, 124 wissels, 19 kruisingen, 900 meter bovenleiding. In totaal wordt er door alle bouwers zo’n 50.000 manuren ingestoken.
Na het overbrengen van de tafels van het Refter naar het provinciehuis is er nog een paar weken gewerkt om het daar volledig werkend en ingericht te krijgen.
Locatie Enkschool
Na de tentoonstelling in het Provinciehuis kreeg de club een plekje in de Enkschool aan het Assendorperplein in Zwolle. Onderstaande foto’s van de Zwolsche Baan zijn daar gemaakt tijdens een opendag van de VVMRZ (dit zal omstreeks 1990 of daarvoor geweest zijn).
Impressie van de baan op de zolder van de Enkschool (Assendorperplein)
Dezelfde baan, met blik op westzijde van het station en een deel van Stork
Nogmaals, maar nu genomen richting het oosten
Huidige locatie
In 1992 moest de baan weer verhuisd worden naar de zolder van de Elbertschool, de huidige locatie bij de veemarkt.
Onderstaande foto’s geven een impressie van de huidige baan.
Gezicht op het stationsplein
Het emplacement tussen van Gend & Loos en de Hortensiastraat
De oostzijde van de perrons van het station, met rechtsboven de stationskap
Het kolenpark, zoals dat er tot ca. 1952 aanwezig was
Totaaloverzicht van de Zwolsche baan
Tot slot nog een filmweergave uit 2008, toen de baan nog analoog werd bedreven. (https://www.youtube.com/watch?v=h8B94rwRBPA ,zie ook Beneluxspoor).
De ombouw van analoog naar digitaal (Dinamo) heeft plaats gevonden tussen 2008 en 2010. Intussen zijn we drukdoende deze installatie te renoveren. Hierover zullen we u regelmatig op de hoogte houden.
Even bijpraten (1)
Het is al even geleden dat we het over de H0-modulebaan hebben gehad. Dus is het tijd dat we weer eens bijpraten en te lijken waar we nu staan.
De keerlus links
De keerlus te linkerzijde is intussen zover gereed dat er nu ook treinen op kunnen rijden, op alle drie sporen. De afgelopen periode is hier gewerkt aan de wisselaandrijvingen en de elektrische installatie. Hoewel het geheel nu netjes en goed berijdbaar is, blijven er nog een paar puntjes van aandacht.
Zo moeten de bakovergangen nog netjes worden afgewerkt, met name de scharnieren die gebruikt worden voor de koppeling van de bak in de vensterbank. Deze moeten nog goed worden afgesteld en de paspennen moeten nog iets bijgesteld worden. Daarna kunnen de overgangssecties (de stukjes printplaat bielzen matjes) definitief worden gefixeerd.
En nu veder
Nu de keerlus ligt, is de hoofdbaan weer berijdbaar, kunnen we ons bezig gaan houden met twee volgende onderwerpen. De eerste is de afwerking van het uitneembare gedeelte, het tweede is de aanleg van de lokaalbaan en het schaduw kopstation voor de pendeltreinen. Hier komen we in een volgende aflevering nog op terug.
Voor nu, de afwerking van het uitneembare gedeelte vordert al goed en we kunnen al bijna het 3e spoor (lokaalspoor) over de voorste brug gaan leggen. Als dat ligt gaan we gelijk door met de rest van het lokaalspoor. Tussentijds wordt er gewerkt aan een bevestigingsmechaniek voor het uitneembare gedeelte.
Wisselstoring en oplossingen
Er waren wat problemen met de wisselaandrijvingen van de wissels in de keerlus. Dat bleek uiteindelijk te liggen aan een onjuiste instelling in de servo-definitie van de OC32. Simpel gezegd komt het er op neer dat de servo’s onjuist geïnitialiseerd werden. Nadat de instellingen waren aangepast wekten deze servo’s naar behoren.
Dit euvel werd ook ontdekt bij een paar wissels op bakken met de linker wisselstraat van het station. Ook hier is dit gecorrigeerd. Al doende leert men 😉.
Slecht contact wisseltongen
Tijdens het bedrijf bleef één enkel wissel steeds problemen geven, waardoor treinen op het wissel telkens stil vielen. Na wat morrelen aan de wisseltongen was dit wel te verhelpen, maar dat is in de praktijk natuurlijk geen bevredigende oplossing. Nader onderzoek bracht het volgende aan het licht.
Uit kostenoverwegingen en omdat we ze nog hadden liggen, hebben we voor de wissels in de keerlus, gekozen voor een ouder type Peco wissel, nog met “geklonken” wisseltongen. Hierbij steken een tweetal lipjes door een oogje in het wissel, waarna deze aan de onderzijde worden omgebogen. Hiermee is het wissel mechanisch voldoende gezekerd, maar elektrisch is deze verbinding niet echt betrouwbaar.
Daarom heeft Peco er voor gekozen nabij de punt van de wisseltongen een contactveer te creëren, die zorgt voor een goede elektrische verbinding met de buiten liggende, doorgaande railstaaf van het wissel. Dat is alleen gegarandeerd als de wisseltong ook inderdaad goed aanligt. Hiervoor zorgt een veertje in het omstelmechaniek van het wissel.
Maar nu met servo-aandrijving
Helaas nu, bij gebruik van een servo als wisselaandrijving, hebben nu juist last van dit veertje, omdat de veerkracht te hoog bleek voor de servo om deze te overwinnen.
De oplossing is uiteraard simpel: verwijder het veertje. Alleen is hierdoor nu een goed aanliggen van de wisseltong niet langer gegarandeerd. Hoe lossen we dit nu op?
We zouden de servo meer kracht kunnen laten genereren, maar dit kost energie, die in de servo omgezet wordt in overtollige warmte. Immers, deze motor staat stil — bewust — wanneer de juiste stand is bereikt. Dit allemaal is zeer slecht voor een servomotor en kan tot onherstelbare schade aan de servo leiden, inclusief maar niet ondenkbaar verbranding van de servo.
Oplossing stap 1: vernuft
Om dit op te lossen komt er nu wat vernuft om de hoek kijken. Dit dan in vorm van enig slim soldeerwerk. Want we gaan de elektrische verbinding anders oplossen, namelijk door over het scharnierpunt met een draadje een verbinding te leggen. Omdat het hier een draaipunt betreft mag duidelijk zijn dat deze verbinding flexibel moet zijn.
Daartoe nemen we een standaard 0,14mm⊃2 soepel modelbouw montagesnoertje. De kleur is van geen belang want de isolatie gebruiken we toch niet, alleen de inwendige draadjes waaruit het snoertje is opgebouwd.
Vervolgens knippen we ca. 10 cm van dit snoertje, verwijderen de isolatie en halen uit het resterende bosje draadjes nu 4 stuks er van. Deze nemen we vervolgens samen en twijnen deze in elkaar. Stevig maar niet onnodig strak. We houden nu een enigszins flexibel draadje over dat we gaan gebruiken voor de elektrische verbinding.
Oplossing stap 2: solderen
Nu we zover zijn volgt de moeilijkste stap: het draadje over het scharnierpunt van het wissel solderen. Ik zeg er direct bij, dit is niet voor de onervaren soldeerder. Een goed kennis en kunde van solderen, met name fijn elektrotechnisch werk is een voorwaarde.
Gebruik een soldeerbout met een zeer fijne punt, dun soldeertin (maximaal 1 mm diameter), goed zicht, goed licht en een stabiele werkplek. Dat laatste is met name van belang voor de wat ouderen onder ons. U merkt wellicht, hier spreekt de ervaring 😉.
We solderen nu de draad met minimaal gebruik van soldeertin op 1 cm VOOR het scharnierpunt aan de vaste rail en op 1 cm NA het scharnierpunt aan de wisseltong. Dit doet u uiteraard aan de BUITENZIJDE van de rail, dus die zijde waar geen wielflens zal komen.
Maak het draadje niet te kort, maar ook niet te lang, opdat er niet wat achter kan haken en werk het draadje zoveel mogelijk weg tegen de railvoet.
Let er op dat u niet te lang de soldeerbout op de te solderen plek houdt, waardoor de rails in de plastic bedding versmelten en al het werk voor niets zal blijken.
Het is wat moeilijk om hier een goede foto van te maken, dus ik hoop dat de tekst voldoende aanleiding biedt, om deze aanpassing tot een goed einde te brengen.
Tot een volgende keer!
Geslaagde open dag op 21-09-2024
Tijdens het BAK100 evenement op zaterdag 21 september 2024 j.l., ter gelegenheid waarvan de Elbertschool – waar wij onze clubruimte op de zolder hebben – haar deuren opende voor het publiek, konden wij natuurlijk niet achterblijven en waren de modelspoorbanen in onze clubruimte eveneens door het publiek te bezichtigen.
Het was een stralende, zon overgoten middag die zaterdag en het buitengebeuren op de grote parkeerplaats voor de school was goed bezocht. Desondanks hebben velen even de gelegenheid genomen om ook onze clubbanen te bezichtigen. We hebben vele leuke reacties gehad en menig oud Zwollenaar heeft nog weer eens herinneringen opgehaald aan de oude tijden van midden vorige eeuw.
Onze activiteiten
Gewoonte getrouw reden op de N-baan de treinen weer hun rondjes en had deze baan in de schaal 1:160 niet over belangstelling te klagen. Voor wie kleinbehuisd is en toch graag iets aan treinen wil doen is dit een prima schaal om op bescheiden ruimte, toch een leuk en interessant modelspoorgebeuren te realiseren.
Net als vorige editie, werd er ook nu nog volop aan de Zwolsche Baan gewerkt, het grote model van het emplacement Zwollle. Hoewel de vorderingen met de renovatie van de besturing reeds een heel eind op schema zijn, valt er nog genoeg te doen. Op de clubavonden, maar vooral op de woensdag middagen, is een team van enthousiaste modelspoorders druk met relais en draadjes solderen, om dit te verbinden met het Dinamo bloksysteem en te bedienen met het RocRail treinbesturingsprogramma.
Heb je wellicht interesse, neem dan gerust contact op met onze secretaris (zie de contactpagina).
Op de H0-modulebaan – schaal 1:87 – was natuurlijk ook weer van alles te doen en te bewonderen. Hierboven ziet u een plaatje van het nieuwe inzet stuks van deze modulebaan, een blijk op het kanaal dat daar is gemaakt. Heeft u dit al gezien?
Verder doet het team zijn uiterste best om deze baan zo spoedig mogelijk zover gereed te hebben, opdat wij met deze baan weer eens ergens in den lande – of daarbuiten – een optreden kunnen geven op een beurs of evenement. Want dat is wel het doel waarom deze baan modulair is opgebouwd, opdat wij er ergens mee naar toe kunnen gaan.
Hebt nog meer interesse gekregen, schroom dan niet contact met ons op te nemen. Wellicht mogen we u binnenkort als nieuw lid begroeten!
Tevreden terugblik
Al met al mogen we tevreden terug kijken op deze in meerdere opzichten stralende dag. Niet allen u heeft zichtbaar genoten, ook wij als leden van de vereniging hebben van deze dag genoten. Wij danken iedereen die ons een bezoekje heeft gebracht en hopelijk zien wij u volgend jaar nog eens terug.
ServoMount V2 – deel 2
ServoMount V2 – Een oplossing voor een wisselaandrijving met servomotor
Voorafgaand
In deel 1 hebben we het gehad over de uitvoering van de servomotor oplossing en de werking. In dit deel gaan we in op de opbouw van de ServoMount V2. Het wordt een uitleg op hoofdlijnen, met de nodige foto’s gemaakt tijdens het opbouwen, maar geen uitgebreide werkinstructie.
Dit laatste zal, inclusief documentatie en brongegevens, op de site van het Ebkoz-Lab beschikbaar komen (https://www.ebkozlab.nl)
Na dit deel zal er nog een deel volgen over de installatie en het gebruik op de modelbaan.
Overzicht materiaal
De ServoMount V2 bestaat uit diverse onderdelen, welke hieronder in het kort worden voorgesteld. Alle onderdelen of het basismateriaal, zijn normaal in de handel verkrijgbaar, met uitzondering van de 3D geprinte delen. Deze zijn op het moment van het schrijven van het artikel nog niet verkrijgbaar, maar het plan is om de STL-bestanden spoedig beschikbaar te maken via de site.
Servomotor
De servomotor is, zoals in het eerste deel al gezegd, een standaard 9G servomotor, die op diverse modelspoorbeurzen wordt aangeboden. In de regel heeft deze een slag van 180 graden, hoewel exemplaren met een slag van 90 graden ook voldoet.
3D geprinte onderdelen
De basis van de ServoMount V2 bestaat uit een drietal onderdelen, een basisplaat en twee steunen voor de servomotor. Verder een adapter voor de micro-schakelaar en een tuimelaar en geleider voor de aandrijfstang. Het gebruikte materiaal is PLA, wat voor deze toepassing ruim voldoende is.
Wie wil zou ook ABS kunnen gebruiken, maar dit is niet noodzakelijk. De duur van het printen van de complete set is ongeveer 2 uur en het materiaalverbruik is ca. 6 gram.
Mechanische onderdelen
De mechanische onderdelen bestaan uit een stuk verenstaal ø 0,8 mm van ca. 80 mm lengte. Verder een stukje Evergreen ronde buis 232 van 46 mm lengte, voldoende voor inbouwdiepte van ca. 35 mm. Hier komen we tijdens de installatie in het volgende deel nog op terug.
Er wordt een veertje van 03x3x20 mm gebruik gemaakt, van RVS materiaal en Chinese makelij, aangeschaft via een internetwinkel. Tenslotte nog twee cilinderkopschroefjes M2x8 met sluitringetjes.
Elektrische onderdelen
De elektrische onderdelen bestaan uit een micro-schakelaar, voorzien van een bedieningshendel. Dit is een vrij gangbaar type met omschakelcontact. De afmeting is ca. 13x6x7 mm en de bevestiging gebeurt met de twee M2 schroefjes. Voor het gebruiksvriendelijk aansluiten van de micro-schakelaar, wordt gebruik gemaakt van een 3-polige connector, steekmaat 5,08 mm en maximaal 1,5 mm2 aderdoorsnede.
Hiervoor is een stukje experimenteerprint nodig, met 2,54 mm rastermaat. Hier gebruiken we een type met koperbanen in de lengterichting om de 5,08 mm. We gebruiken een stukje van 3×5 gaten, iets ruim bemeten, wat nog nabewerkt zal worden.
Tenslotte is er nog een stukje soepel montagesnoer nodig van ca. 10 cm. Dit kan standaard modelbouw montagesnoer van 0,14 mm2 zijn, zoals in dit geval.
Samenstellen van de ServoMount V2
Basis opbouwen
Als eerste stellen we de basis samen. Deze bestaat uit de basisplaat en de twee steunen voor de servomotor. De steunen worden in de basisplaat geklikt en hoeven verder niet verlijmd te worden.
Connector monteren
Voordat we de connector kunnen monteren, moeten we eerst stukje printplaat bewerken, zodat deze in de opening aan de keerzijde van de basisplaat past. Het bewerken is eenvoudig te doen met een stukje schuurpapier op een vlakke ondergrond. Wanneer rondom de half afgebroken gaten net zijn weg geschuurd, zou het plaatje netje moeten passen, met de gaten op de juiste plaats.
Daarna gaan we de connector monteren. Deze komt aan zelfde zijde van de basisplaat als de steunen en wordt de drie buitenste rij gaten van de zes gaten linksonder op de basisplaat. Aansluitend wordt de connector definitief aan de printplaat gesoldeerd.
Servomotor monteren
Als volgende gaan we de servomotor monteren. Dit doen we met de twee bij het setje geleverde schroefjes. De geprinte gaten in de steunen zouden groot genoeg moeten zijn, om deze zelftappende schroeven zonder al te grote kracht aan te draaien. Zo nodig moeten de gaatjes iets opgeboord worden.
Micro-schakelaar monteren
Hierna gaan we de microschakelaar op de adapter monteren, dat doen we met de twee M2 schroefjes. Vergeet niet de twee sluitringetjes. Voor voldoende bewegingsvrijheid en een goede montage van de aansluitdraden, is het noodzakelijk de contacten van de micro-schakelaar 90 graden om te buigen.
Aansluitdraden solderen
Vervolgens worden de aansluitdraden van de micro-schakelaar er aan gesoldeerd. Merk op dat de draden verschillende lengtes hebben. Dit wordt in de handleiding verder uitgelegd.
Aangesloten micro-schakelaar
Daarna wordt de bedrade micro-schakelaar verbonden met de connector. Steek daartoe de aansluitdraden in de respectievelijke gaatjes van de print en soldeer deze vast.
Micro-schakelaar adapter bevestigen
Tenslotte gaan we de adapter met de micro-schakelaar op de servomotor bevestigen. We zorgen er eerst voor, dat de stelarm bij een middenstand van de servomotor, loodrecht verticaal omhoog wijst. Daarna plaatsen we de adapter over het rondsel van het motorhuis.
Vervolgens monteren we de stelarm met het bij het setje geleverde schroefje. De overig stelarmen gebruiken we verder niet. Rest nog het monteren van het veertje, aan de daarvoor bestemde haken.
Voorbereiding gereed
Tot zover is de voorbereiding gereed, voor de montage van de aandrijving onder de modelbaan. De laatste onderdelen, zoals de buis en de steldraad, zullen we pas aan de aandrijving monteren tijdens het installeren. Hier komen we in deel 3 nog uitgebreid op terug.
ServoMount V2 – deel 1
ServoMount V2 – Een oplossing voor een wisselaandrijving met servomotor
Introductie
Er zijn natuurlijk al vele oplossingen bedacht met servo’s, voor het aandrijven van een wissel op een modelbaan. Waarom dan toch weer een nieuw ontwerp? Dit ontwerp is niet mijn eerste uitvoering van een wisselaandrijving. Maar dat ontwerp, ook een 3D geprinte oplossing, was in de praktijk te bewerkelijk, had te veel onderdelen, te veel scharoeverbindingen en was mechanisch ook niet echt een goede oplossing.
Grootste probleem was echter het afstellen van de micro-schakelaars, welke zorgen voor de juiste polariteit van het hartstuk van het wissel. Dit was echt heel lastig en luisterde heel nauw. Dat was dus de uitdaging die ik mij bij een gereviseerde heb gesteld: reductie van het aantal onderdelen, eenvoudige montage en bovenal geen gedoe met het afstellen van een micro-schakelaar.
De micro-schakelaar
Nu heeft in de regel een wissel slechts één hartstuk, althans een normaal wissel met twee richtingen, rechtdoor en afbuigend. Dus het kwam mij voor dat ik slechts één enkele micro-schakelaar met omschakelkontakt nodig had, om de polariteit van het hartstuk te schakelen.
Dat op zich is mooi, maar hoe krijg je het nu voor elkaar, dat een heen en weer draaiende arm van een servo op het juiste moment de micro-schakelaar bedient?
Nu heb ik bij het maken van de vorige versie van de aandrijving, altijd het standpunt aangenomen dat bij de neutrale of middenstand van de servo, de aandrijfstang voor het wissel loodrecht verticaal wijst. Hierbij dienen dan de wisseltongen eveneens halverwege de stelweg van het wissel te liggen. Deze referentie gebruik ik dan voor de montage het wissel en het boren van het doorvoergat (hierover later meer).
Verder kent een micro-schakelaar een ruststand en een bediende stand. Met de wisseltongen in de middenstand, is het niet van belang welke polariteit hartstuk heeft. Immers de wissel bevind zich dan quasi onderweg van de ene toestand, stel rechtdoor, naar de andere toestand, afbuigend.
Pas als het wissel helemaal is omgelopen, is het van belang dat het hartstuk de juiste polariteit heeft.
M.a.w., slechts bij het bereiken van één eindstand, dient de het hartstuk omgepoold te zijn. Het maakt verder niet uit of dat de afbuigende stand is of de rechtdoorgaande stand. Zolang de wisseltongen nog onderweg zijn naar dat ene, actieve eindpunt, doet de stand van de micro-schakelaar er niet toe. De we kunnen nu een micro-schakelaar zodanig positioneren, dat bij het bereiken van het actieve eindpunt deze omschakelt, door de aandrijfarm van de servo.
In principe hoeven we nu dus nog maar één micro-schakelaar af te stellen. Helaas is dat nog steeds niet makkelijk, zeker als de slag ook nog eens beperkt is. Kunnen we dit nu wellicht nog eenvoudiger maken en kunnen we het afstellen zelfs geheel achterwege laten?
Automatische positionering
Al bij de vorige versie van mijn aandrijving, had ik een methode bedacht om de micro-schakelaar zodanig te monteren, dat deze eenvoudig te stellen was met slechts een enkele schroef. Daarvoor had ik na vele avonden proberen een oplossing bedacht, in de vorm van een houder voor de micro-schakelaar, die gebruikt maakt van een draaibare haak.
Deze haak grijpt om de doorvoer van de servo-as, in het huis van de servo. Ik zal niet teveel in detail treden, maar het werkte zoals ik bedacht had. Deze methode heb ik als uitgangspunt gebruikt voor dit gereviseerde ontwerp. Echter met dien verstande, dat nu deze houder met wat aanpassingen verend is gemonteerd. In de ruststand van de aandrijving, met de wisseltongen halverwege de stelweg, licht de micro-schakelaar net aan op de aandrijfarm van de servo.
Gaat nu de aandrijfarm richting de aangenomen ruststand van het wissel, dan beweegt zich deze van de micro-schakelaar af. In dit geval blijft de micro-schakelaar niet bediend en wordt de polariteit van het hartstuk van het wissel niet gewijzigd.
Omdat de montagehouder van de micro-schakelaar zodanig is, dat hij niet verder om de asdoorvoer kan draaien tot halverwege de slag van de servo, blijft deze dus in deze stand gepositioneerd. De micro-schakelaar kan echter wel de andere richting opdraaien. De montagehouder wordt door een veertje tegen zijn aanslag halverwege gehouden, zodat deze goed gepositioneerd blijft, maar toch beweegbaar is. Het waarom van dat veertje volgt hieronder.
Wanneer we de servo de wissel laten omleggen naar de actieve kant, zal de aandrijfarm van de servo tegen de micro-schakelaar gaan drukken. Omdat deze en de montagehouder nog steeds door het veertje op zijn plaats wordt gehouden, zal de aandrijfarm van de servo nu de micro-schakelaar gaan bedienen. Dit gaat net zolang door, totdat de micro-schakelaar geheel is ingedrukt.
Normaal zou de aandrijfarm nu geblokkeerd worden, maar doordat de montagehouder en micro-schakelaar verend zijn verankerd, zal dit geheel nu door de aandrijfarm tegen de veerkracht in voort worden bewogen. Door deze tegenwerkende veerkracht blijft de micro-schakelaar nog steeds bediend.
Hierdoor zal nu het hartstuk worden omgepoold, zoals de bedoeling was in de actieve stand van het wissel.
Werking aandrijving
Voor de verduidelijking is hieronder een animatie geplaatst, die dit hele proces het omstellen van het wissel in beweging toont. Het toont de beweging van de aandrijving tijdens het omstellen van het wissel. De schematische weergave van het wissel ernaast, laat zien hoe het hartstuk wordt geschakeld.
Duidelijk is te zien dat de micro-schakelaar in de in dit geval afbuigende stand van het wissel niet wordt bediend, terwijl deze in de rechtdoorgaande stand wel wordt bediend. ook is goed te zien dat de stelarm kantelt om een in het midden geplaatst draaipunt. Daardoor is de draaihoek in tegenfase met de wisselstand.
Uitvoering
Tenslotte nog een tweetal plaatjes met het aanzicht van de aandrijving, vanaf de bovenzijde en vanaf de onderzijde. In een volgend deel zullen we meer ingaan op de bouw van de aandrijving. Voor de duidelijkheid is slechts de helft van de geleidebuis weergegeven.
Gezien vanaf de bovenzijde
Gezien vanaf de onderzijde
Geslaagde open dag 25 mei 2024
Hieronder vindt u een verslag van de open dag van onze vereniging, welke op zaterdag 25 mei 2024 werd gehouden.
De open dag op zaterdag 25 mei was, ondanks het mooie weer tot redelijk bezocht en wij kunnen terug kijken op een geslaagde dag. We mochten vele positieve reacties van de bezoekers ontvangen. Ook de gesprekken met oud Zwollenaren hebben ons weer geholpen een beter beeld te krijgen van het Zwolsche emplacement. Ondanks de renovatie van deze modelbaan, konden we tocht nog wat treinverkeer en de techniek er achter demonstreren. Natuurlijk draaiden op onze N-baan de treinen als vanouds ook nu weer hun rondjes.
Ook de op de H0-modulebaan konden wij, na het aanpakken van de linker keerlus nu weer eens als vanouds treinen laten rijden. Afgezien van enkele kinderziekten heeft deze baan de gehele dag verder zonder noemenswaardige problemen zijn werk gedaan. Hoewel de werkzaamheden aan deze keerlus nog niet gereed zijn, was het rijgedrag van alle materieel prima. De komende periode tot aan de zomervakantie zal benut worden om alle sporen en wissels in de keerlus volledig operationeel te maken.
Zwolsche baan
Het team van de Zwolsche baan is, zoals wij la eerder hebben laten weten, druk bezig de gehele Dinamo besturing van deze baan na te kijken, te reviseren en aan te passen. Daardoor kon er natuurlijk niet normaal gereden worden op deze prachtige modelbaan. Desalniettemin is het team er toch in geslaagd een eerste voorzichtige test uit te voeren.
Op bovenstaande foto zijn twee teamleden druk doende met de configuratie van het besturingssysteem (RocRail) en is een testbord met een Dinamo systeem (midden op de foto, achter de laptop) aangesloten op een aantal sporen in het station. Onderstaand de video laat de resultaten zien van deze test.
Het is een eerste test uiteraard, maar het lukt al om vijf locs automatische te laten rijden. Ongetwijfeld zullen er de komende tijd meer en meer rijwegen en sporen aan het systeem worden toegevoegd. Het is nog steeds een proces met een lange adem, maar deze testen laten zien dat uiteindelijk weer een rijdend modelbaan getoond zal gaan worden.
H0-Modulebaan
De grootste uitdaging voor het team van de H0-moduelbaan, was het op tijd rijvaardig maken van de nieuwe keerlus ter linker zijde van het station. Uiteindelijk is het gelukt om in elk geval één spoor gereed te krijgen voor aanvang van deze open dag. Er zijn menig woensdagmiddagen gebruikt om alles op tijd klaar te krijgen.
Hieronder ziet u een van de eerste treinen zijn rondje maken door de keerlus. Deze nieuwe keerlus is ruimer opgezet dan de oude. Zo bedraagt de minimale boogstraal 600 mm. Op de video is te zien, dat zelfs lange rijtuigen exact op schaal 1:87, zonder enige problemen door deze lus rijdt.
Verder is er het nodige gedaan aan de scenery van de H0-modulebaan. Zo is er hard gewerkt aan de huizenblokken links van het station en de staart ervoor. Alhoewel nog de nodige aankleding ontbreekt, geeft dit al een aardig beeld van een middelgrote stad. De eerste afbeelding toont het blok direct aansluitend aan het station. De tweede foto toont het tweede blok daar weer op aansluitend.
Merk op dat het hoekhuis aan het eind van het tweede blok, geheel door ons lid Ronald Barrink geheel in eigen ontwerp is gemaakt, volgens de scratch-build methode. Dit houdt in dat er eerst een ontwerp wordt gemaakt op tekening, waarna dit wordt overgezet naar te verlijmen delen plastic plaat. Deze plastic plaat is voorzien van een steen motief.
Nadat re sparingen voor ramen en deuren zijn gemaakt, worden met sets voor ramen in de handel verkrijgbaar, deze ingezet. Dat nadat eerst het gebouw nog een grondige verfbeurt heeft gehad. Allerlei details als lateien en waterafvoer, worden met Evergreen strips nagebootst.
Tot zover het verslag van de open dag. Een dag waar we nog vele leuke herinneringen aan zullen hebben.
En, als u er ook was, hartelijk bedank voor uw bezoek !
Nieuwe keerlus H0 Modulebaan (deel 2)
We gaan in deel 2 van de bouw van de nieuwe keerlus wat meer in op details van de bouw.
Modulebakken
Even voor het idee, al onze modulebakken bestaan uit een een populier multiplex bak (lekker licht), waar in een 2 cm dikke HD-XPS plaat is gelijmd (deze plaat wordt o.a. in de bouw gebruikt voor dak- en vloerisolatie). DE maatvoering is 60 of 80 cm diep en 120 cm lang, de hoogte is 14 cm.
De koppeling geschiedt met de bekende slotbouten en vleugelmoeren M8. De boorgaten hebben we voorzien van een stukje aluminium buis, zodat dit gat wat minder aan slijtage onderhevig is, dan wanneer het onbewerkt hout is. Hierdoor is de speling gering en geeft het bij overgangen van de bakken nagenoeg geen probleem met hoogteverschillen.
In een ander artikel komen een keer terug voor een uitgebreidere beschrijving van de modulebakken.
Spoorovergang modulebakken
Bij een modulebaan horen door de gekozen opzet nu eenmaal scheiding in de sporen, bij de overgangen van deze bakken. Er zijn al diverse methodes in omloop en elk heet zo zijn voors en zijn tegens. In de al bestaande modulebakken hebben wij gekozen voor een strookje blank epoxy printplaat aan weerszijden van de overgang, waar de einden van het spoor op gesoldeerd zijn.
Dit is nogal bewerkelijk en vooral het “onzichtbaar” wegwerken is een hele klus op zich. Diverse clubs en individuele modelspoorders, hebben hiervoor een handige oplossing gemaakt en in de aanbieding. Voor deze nieuwe keerlus hebben wij gekozen voor het artikel “Midi-biels h0” van modulebaan.nl, die voor dit soort dingen diverse oplossingen aanbieden.
De afbeelding hierboven toot een moment tijdens de aanleg van de keerlus. Op de voorgrond zien we een overgang tussen de modulebakken. Het binnenste spoor is al gelegd, terwijl de twee buitenste sporen juist worden aangelegd. Het middelste spoor is ongeveer halverwege de keerlus.
In onderstaande afbeelding is de overgang wat meer in detail te zien, waar wij gebruik hebben gemaakt van de eerder genoemde “Midi-biels-h0”. Deze wordt geleverd als een setje van twee stukken bielsmat, die eenvoudig van elkaar kunnen worden losgemaakt, dankzij de aanwezige groef in de geleverde set. Elk zetje is dan ook bedoeld voor één overgang.
Met een beetje passen en meten, kunnen de beide stukjes biels zodanig geplaatst worden, dat deze netjes op de overgang aansluiten. Bij een overgang in een bocht of schuin spoor, zal het meestal nodig zijn dat aan een zijde iets van het stukje bielsmat af te zagen, daar waard dit oversteekt op de ander modulebak.
Markeer de positie van de stukjes biels na het positioneren goed, waarna deze op de ondergrond worden gelijmd met contactlijm. In ons geval hebben wij de markering gedaan met enkele spelden, die in de kurkbedding en de laag HD-XPS zijn gestoken.
Voorlopig hebben wij de stukjes biels niet nog extra vastgezet. Mogelijk verdient het aanbeveling, deze met een spijkertje of schroefje aan de rand van de overgang van de modulebak te bevestigen. De praktijk zal uitwijzen of dit nodig is of niet.
Rails leggen op overgang
Bij het leggen van de rails op de overgangen, moet er daar waar de stukjes bielsmat geplaatst zijn, natuurlijk een overeenkomstig deel bielsmat uit het te leggen spoor worden verwijderd. Dit zal zich in de praktijk vanzelf wijzen.
Misschien ten overvloede maar hier toch vermeld: zorg er voor dat een koppeling tussen twee lengtes flexibel rail, tenminste een 15 à 20 cm van de overgang bevindt. Ik elk geval nooit op de overgang, in het speciaal bij het leggen van flexibele rails. Dit leidt onvermijdelijk tot hoekige overgangen, iets wat we altijd moeten voorkomen.
Eerst solderen
Als de rails gelegd zijn, moeten deze eerst aan de stukjes bielsmat worden bevestigd, daarna kan er pas de zaag in gezet worden. Het bevestigen doen we door de blanke railstaven op de stukjes bielsmat te solderen. Hiervoor gebruiken we bij voorkeur harskernsoldeer en het liefst geen soldeerpasta of flux. In dat laatste geval altijd zuurvrije middelen gebruiken en na het solderen goed reinigen met een zeepsopje.
Zorg bij het solderen er voor , dat de rails goed op temperatuur zijn, anders ontstaan er koude lassen of soldeert het helemaal niet. Het soldeer moet als vanzelf goed vloeien. Het gebruik van een soldeerbout van tenminste 60W of meer is een voorwaarde voor een goed resultaat.
Let er ook op dat bij het solderen niet teveel warmte wordt toegevoerd, waardoor de kunststof bielsmat gaat smelten. Hierdoor kan bij bogen de afstand tussen de spoorstaven veranderen, met alle nadelige gevolgen voor de goede rijeigenschappen als resultaat.
Als laatste doorzagen
Als we tevreden zijn over de overgang en deze hebben getest, kunnen we deze nu gaan doorzagen of doorslijpen. Voor een rustige loop, zonder al te veel getik van de wielen, wordt aangeraden de spoorstaven enigszins schuin door te zagen, in plaats van haaks op de railstaaf.
Electra onder de bak
Los van de wijze van het elektrisch aansluiten van de secties spoor op de modulebakken, op enig moment zullen deze aan de onderzijde van de modulebak moeten worden afgewerkt en worden voorzien van connectoren. Schenk hier de nodige aandacht aan en werk netjes, dat voorkomt storingen.
Codeer tenminste te stekers goed, om vergissingen te voorkomen. Zorg dat de stekers goed vast zitten en dat de draden aan de losneembare delen voorzien zijn van een deugdelijke trekontlasting. Maak de lussen niet te lang, opdat er bij werkzaamheden onder de baan, niets of niemand in verward kan raken.
In de bovenstaande afbeelding is de bedrading van een modulebak te zien. Alle bedrading is netjes afgewerkt is bedradingskokers of met zadeltjes vastgezet. Bij elke doorvoer naar de bovenzijde is een label geplaatst met de spoorcode. In een volgend artikel gaan we wat nader in op de bedrading van de modulebakken.
Dit was het dan tot zover, tot een volgende keer!
Nieuwe keerlus H0 Modulebaan (deel 1)
De keerlus ter linkerzijde van de H0 modulebaan, voldeed in de praktijk niet meer. In de praktijk was er sprake van veel storingen en hadden de treinen met lange rijtuigen moeite door de toch wel krappe bogen te rijden. Er is daarom besloten deze keerlus aan te pakken en tevens de baan iets te verlengen voor een uitneembaar deel, dit laatste voor beter toegang achter de baan.
Navolgend een verslag van de werkzaamheden tot zover
Plan van aanpak
Zoals al gezegd, de bestaande keerlus was te krap. Dus hebben we besloten de deze in elk geval te vergroten. Uitgangspunt was een minimale boogstraal van 600 mm. Deze maat garandeert voor H0 een soepel loop van de langste locomotieven en rijtuigen. Daarna is het sporenplan vastgesteld.
Om enige variatie in rijdend materiaal mogelijk te maken, is besloten de keerlus uit tevoren met drie doorgaande opstelsporen, zodat het mogelijk is twee treinen op te stellen en een afwisselend treinverkeer mogelijk te maken. Hieronder een voorlopig ontwerp met AnyRail 6.
Naast de al gemelde opstelsporen is er ook een enkelsporige baan geprojecteerd, die in de voorgrond van de opstelling zal komen te liggen. Het idee is hier een soort van bergbaan van te maken, welke eindigt in een schaduwstation. In deze baan zal een stopplaats worden gerealiseerd, juist voordat deze uit het zicht zal verdwijnen.
Uitneembaar deel
In boven getoond plan, is een kleine module U aangegeven. Deze module zal zodanig geconstrueerd worden, dat deze eenvoudig is uit te nemen. Hierdoor ontstaat er een door gang voor toegang achter de baan. Omdat de nieuwe keerlus gedeeltelijk in wat wij de vensterbank noemen komt te liggen, zou de baan alleen nog onderlangs aan de achterzijde bereikbaar zijn geworden.
Het leek ons niet praktisch elke avond onder de baan door te moeten kruipen, om achter de baan te moeten komen. Zeker niet als je ook nog van allerlei materiaal moet mee slepen. Dus een eenvoudige toegang werd nodig geacht, wat dus resulteerde in een uitneembaar deel.
De reden dat de baan in de vensterbank moet liggen, is dat er anders te weinig ruimte voor een looppad vóór de baan overblijft. Dit is niet alleen lastig, het is uit oogpunt van veiligheid ook niet gewenst, het toch al krappe pad nog verder in te krimpen.
Hoogteverschil
Door dat de keerlus gedeeltelijk in de vensterbank komt te liggen, ontstond er een hoogteverschil met de baan zoals deze op dat moment was opgesteld. u zijn de poten onder de modules allemaal losneembaar en daarmee ook in hoogte te verstellen. Op zich geen probleem dus, om de baan op hoogte te kunnen stellen.
A hebben we van de gelegenheid gebruik gemaakt de passing van de poten aan te passen, door deze te voorzien van een anti-slip strip. Voorheen was het raakvlak van de passing hout op hout, wat in de praktijk aanleiding gaf tot verzakkingen. Dit ondanks het stevig aandraaien van de vleugelmoeren.
Hierboven een impressie van de aangepaste passing van de poten, met de reeds geplaatste anti-slip strip. Deze zelfklevende strip is overigens in o.a. de bouwmarkt te koop, waar het bedoeld is voor het op b.v. een traptrede te plakken.
Helemaal vooraan ligt nog een poot, waar nog geen strip is gemonteerd. Als je goed kijkt, kun je nog zien dat de passing is verjongd, voordat de strip wordt opgeplakt. Dit is enerzijds nodig om de dikte van de strip te compenseren, anderzijds om ietsje meer speling te creëren. Hierdoor kunnen de poten makkelijker gemonteerd worden, die in de oude situatie net een beetje te krap pasten.
Eerste impressie
Hieronder alvast een plaatje van de bouw van de keerlus. Het ziet er al goed uit en de eerste sporen zijn al gelegd. In deel 2 zullen we dieper ingaan op de bouw van de keerlus en de uitneembare module.
Grote renovatie station Zwolle
Nee, niet het echte station in Zwolle natuurlijk, maar ons eigen model van dit Zwolse station. Gedurende de jaren is door diverse omstandigheden en oorzaken, de besturing van deze modelbaan in het slop geraakt. Er werd al regelmatig geprobeerd dit weer te herstellen, maar echt lukken wilde het niet. Ook raakten er steeds meer componenten defect en was de bedrading aan het los raken.
Tijd om de knop om te zetten en met elkaar eens om tafel te gaan zitten om de zaken eens goed door te spreken. Uiteindelijk heeft dit geresulteerd in het besluit de besturing van de modelbaan in zijn geheel te herzien. Dit is voorwaar geen eenvoudige opgave en zal geruime tijd in beslag nemen. Bovendien is het een niet geringe uitdaging met betrekking tot kennis en kunde.
Toch hebben we gemeend, dat dit de juiste weg is. Anders wordt het een voortborduren op een systeem dat straks nog veel meer steken gaat laten. Dan wordt het uiteindelijk weer een situatie, waarbij we het ene gat vullen en een ander ontstaat. Of zo als ze zeggen in Zwolle, het is lastig om de IJssel van Zwolle naar Deventer tegen de stroom in te roeien.
Eerste stappen
De eerste stappen zijn, als dit bericht wordt geschreven, intussen genomen. Die bestond uit het losnemen van alle bedrading van de besturingskasten en vervolgens minutieus de bedrading nalopen zodat duidelijk is waar deze naar toe gaat op de baan.
Vervolgens wordt is er ook een begin gemaakt de besturingskasten opnieuw in te richten. Dit heeft tot doel de bestaande inwendige bedrading zodanig uit te voeren, zodat deze weer aan de wensen voldoet. Wie op dit moment op de clubruimte komt kijken, zal zien dat alle drie de besturingskasten zijn weggenomen voor deze klus.
Tot zover deze korte inleiding. De komende tijd zullen we u regelmatig op de hoogte houden van de werkzaamheden.
Het team station Zwolle
Werkzaamheden H0 modulebaan
Nu we weer een werkende site hebben, wordt het de hoogste tijd om wat van ons te laten horen. De aftrap doen we met een reeks berichten over de H0-modulebaan, waarin we verslag zullen doen van de lopende werkzaamheden.
Er is in het afgelopen tijd na de Corona lockdown, veel gebeurt op de vereniging en ook de werkzaamheden aan de H0-modulebaan zijn nadien weer opgepakt. Naast de zaken die al liepen om de baan zijn uiteindelijke vorm te laten krijgen, waren er ook andere zaken die onze aandacht verdienden.
Keerlus perikelen
De grootste problemen die wij intussen hebben ervaren met deze nieuwe H0-modulebaan, ligt in het feit dat de beide keerlussen aan weerszijden van de baan, in de praktijk gewoon niet voldeden. Het was bij aanleg een tijdelijke oplossing en het werd nu dan toch tijd er iets definitiefs van te maken.
Met dien verstande dat het dan deze keer wel iets moest zijn, dat ook daadwerkelijk op zijn taak berekend zou zijn. Duidelijk was dat de gekozen boogstralen niet te krap mochten zijn, want dat was bij de bestaande keerlussen helaas wel het geval. Een beetje stoomlok of lang rijtuig, kon er niet of nauwelijks door komen.
Daarom werd besloten dat deze boogstralen een minimale maat van R=600 mm moesten krijgen. Duidelijk werd al wel dat dit meer ruimte zou vergen dan nu het geval was. Zo uw wellicht weet, bestaat de H0-modulebaan uit secties van 120 x 60 cm. Het mag duidelijk zijn dat we er met twee sectie naast elkaar, op een oppervlakte van 120 x 120 cm, niet zouden komen.
Daarom is besloten in totaal 4 secties te gebruiken en deze in een vierkant op te stellen, waardoor een oppervlakte van 180 x 180 cm ontstaat. Eenvoudiger gezegd dan gedaan, want nu kregen wij te maken met een andere uitdaging, door de toch wel beperkte ruimte op de clubzolder, een plaats te geven.
Beetje omhoog dan maar
De baan in zijn geheel naar voren schuiven, was geen optie, want daardoor zou het looppad tussen de H0-modulebaan en de vaste baan met het station Zwolle veel te krap worden, wat niet alleen lastig is maar ook uit oogpunt van veiligheid niet toegestaan is. En naar achteren zitten we met een de uitbouw van de vensterbank.
Nu is er op deze vensterbank uitbouw wel wat ruimte, met passen en meten. Als we daar van gebruik konden maken, zou de baan op zijn huidige positie min of meer kunnen blijven staan. Maar daarvoor moest de baan dan wel in zijn geheel ca. 5 cm omhoog worden gesteld. Gelukkig hebben we in de verstelbare poten van de baan deze ruimte nog wel over.
Deelbaar
Desondanks diende de anderhalve sectie aan de achterzijde, iets te worden verlaagd, zodat deze op de vensterbank gelegd konden worden. Dit is uiteraard alleen noodzakelijk bij opstelling op de clubruimte, derhalve zijn deze secties aangepast met een gedeeld onderstel.
Op de clubruimte verwijderen wij dan het onderstel en komen de secties in de vensterbank te liggen. Willen we met de baan naar een tentoonstelling, dan monteren we deze onderstellen weer. Dit vergt enige aandacht met de bedrading en wissels kunnen alleen met bovengrondse aandrijving geplaatst worden. Dat laatste is niet echt een probleem, daar deze anderhalve sectie toch uit het zicht ligt en verder niet wordt aangekleed.
Wat met de poten te stellen
We hadden het net over de poten, waarop de secties van de baan rusten. Doordat we met de baan in zijn geheel omhoog gaan, zullen we de poten opnieuw per sectie moeten instellen. Dit nu geeft ons mooi de gelegenheid een ander pijnpuntje aan te pakken.
De poten zitten allemaal, middels een slotbout en vleugelmoer, geklemd in een soort van bakje. Nu is dat allemaal hout en losneembare verbindingen van hout op hout hebben de neiging bewegelijk te zijn, vooral in de langsrichting. Dit resulteert er nogal vaak in, als wij tijdens ons werk onbedoeld op de baan leunen, de poten inschuiven.
Daardoor staat na verloop van tijd de baan niet mooi vlak meer en dit geeft dan weer aanleiding tot ongunstig rijgedrag. Nu we dus toch al bezig zijn de baan helemaal opnieuw te stellen, is dit een prachtgelegenheid hier wat aan te doen.
Daarom zullen we allen poten helemaal uitnemen en deze gaan bewerken. Doel daarvan is een paar antislip stroken ter hoogte van de bakbevestiging te plakken, zodat na het stellen en vastdraaien van de poten, de secties niet of veel minder de neiging hebben in te zakken. Bij de nieuwe keerlus heeft dit in elk geval al het gewenste resultaat.
Zo, dit is een heel verhaal geworden. In een volgend deel zullen we wat nader op de werkzaamheden aan de linker keerlus ingaan.
Uw H0-modulebaan team.