Zwolsche Baan (3) – Revisie besturing
De bedrading
Wij zijn begonnen met de renovatie door alle bekabeling in de 3 besturingskasten los te koppelen en onder de spoorbaan per blok op te binden. Onder elk blok hangen 2 of 3 bundels blauwe en oranje draden, afhankelijk van het aantal secties per blok.
Een blok met éénrichtingsverkeer heeft 2 secties. Blok 12 in onderstaande figuur heeft sectie 12.1 en sectie 12.3. Blok 9 met tweerichtingsverkeer heeft 3 secties 9.1, 9.2 en 9.3. Vervolgens moet de bedrading weer worden aangesloten op een dubbele rangeerstrook in de besturingskast. Voor elk blok zijn voor zowel de blauwe als oranje bedrading 3 opeenvolgende aansluitpunten gereserveerd.
De aanduiding 1.25.25 onder sectie 9.1 (figuur) geeft het aansluitpunt op de rangeerstrook weer in kast 1. Sectie 12.1 is aangesloten aansluitpunt 34 van zowel de oranje als de blauwe zijde van de rangeerstrook. De aansluitpunten 1 t/m 33 zijn gereserveerd voor de blokken 1 t/m 11.

In onderstaande figuur wordt het principe van de dubbele rangeerstrook weergegeven.

Op de primaire (blauw) zijde van de rangeerstrook worden de blauwe bekabeling (niet onderbroken A rail) van de blokken aangesloten. De secundaire 3 aansluitpunten behorend bij een blok zijn galvanisch doorverbonden. Dit lijkt dubbelop, daar de A rail niet onderbroken is, maar dit komt de galvanische verbinding ten goede.
De secundaire zijde is eveneens gekoppeld met de connector van de CD16. Aansluiting 1.1a zit op 1a van connector 1 van de combinatie CD16/RMH, 2.4a zit op aansluitpunt 4a van de tweede connector CD16/RMH.
Op de primaire (oranje) zijde van de rangeerstrook worden de oranje bekabeling (komend van de onderbroken B rail rail) van de blokken aangesloten. De secundaire zijde is weer gekoppeld met connector van de CD16. Aansluiting 1.1b1 is gekoppeld met de overeenkomstige aansluiting op de connector van de eerste CD16/RMH combinatie en 2.4b3 op de connector van de tweede CD16/RMH combinatie.
Aansluiting 2.jump5.1 (de tweede sectie van blok 9) is aangesloten op positie 1 van jumper 5 van de tweede CD16/RMH combinatie. In onderstaande figuur is de aansluiting van de blokken 1 tot en met 14 uit kast 1 op de connectoren van beide CD16/RMH combinaties weergegeven.

In onderstaande figuur is het blokschema van de CD16 en de TMH weergegeven zoals ze doorgaans worden toegepast.

De bedrading van de railstaven wordt aangesloten op connector K4 van de CD16. De bedrading voor de voedingsspanning per blok wordt via connector K2 van de CD16 gekoppeld met de TMH via connector K4, zodat de TMH het betreffende blok van de juiste voedingsspanning kan voorzien.
De TMH kan 8 onafhankelijke blokken van spanning voorzien en in combinatie met de CD16 16 bezetmeldpunten detecteren (doorgaans 2 bezetmeldpunten per blok)
Tot zover de bekabeling van de blokken naar de besturingskasten.
(meer…)